Voor de dopelingen

“Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven”.

(Galaten 2:20)

Wat u ook weten moet als het over de doopdienst gaat:

• Dat u natuurlijk vrij bent om zoveel mogelijk familieleden, vrienden, collega’s enz. uit te nodigen om de doopdienst bij te wonen.
• Er is oppas voor kinderen tot 4 jaar.
• Er is een mogelijkheid om zelf een lied op te geven. Geef dit zo snel mogelijk door aan één van de oudsten.
• Er is tijdens de doopdienst geen collecte.

• De dopelingen worden een ½ uur voordat de dienst begint verwacht. We willen dan met elkaar bidden en een zegen vragen voor de dienst. De dopers en dopelingen zullen zich voor de dienst omkleden.

• Zorg voor wit of huidskleurig ondergoed zodat het niet zichtbaar is na de doop. Let erop dat u zelf een handdoek en droog ondergoed meeneemt. Een wit shirt met lange mouwen is aan te raden. Neem ook dikke witte sportsokken mee zodat u tijdens de dienst (voor het dopen) geen koude voeten heeft.

• Ná de prediking en vóór de doopbediening wordt u in de gelegenheid gesteld een (kort) getuigenis te geven. Hierin vertelt u (in uw eigen woorden) wat de Heer voor u betekent en waarom u zich laat dopen.

Tip: Het geeft een rustig gevoel wanneer u uw getuigenis vooraf thuis op papier zet, zodat u het in de samenkomst kunt voorlezen of met eigen woorden vertellen.

• De doopbediening vindt plaats tussen twee broeders, die u met één hand bij de pols en met de andere hand achter de rug vasthouden. U wordt dan achterover ondergedompeld.
• Ná de doopbediening en het omkleden, wordt u gevraagd om neer te knielen op een kussen op de grond en zal, onder handoplegging, voor u worden gebeden.
• Het is fijn om direct ná het slotlied en de zegen bij uw plaats te blijven staan, om de aanwezigen in de gelegenheid te stellen u te feliciteren en te bemoedigen.

en….. “Indien de wereld u haat, (of niet begrijpt) weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zou de wereld u liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld” (Joh. 15:18 en 19), zegt Jezus.

want… “Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen, wat zou een mens mij doen?”.

Als u nog vragen heeft, neem dan contact op met één van de oudsten.