Stel je voor: je werkt bij een groot bedrijf. Je bent pas begonnen. En je krijgt promotie, alle projecten die je doet, worden succesvol. Je bent halverwege 20, je studie schulden zijn drie keer afbetaald. Mooi huis, sportieve auto, vakanties, etc.
Maar dan, ineens dat pijntje. Je wacht met naar de dokter gaan, want je agenda zit vol. Na drie weken lukt het dan toch om een afspraak bij de huisarts te maken. Dan blijkt het goed mis te zijn. De huisarts verwijst je door. Onderzoeken volgen, en dan blijk je ongeneeslijk ziek te zijn. Alsof de benen onder je vandaan worden getrokken en je plat op de grond ligt. Je wilt maar 1 ding: leven! Al die zaken die je zo succesvol maken, zijn ineens niet meer van waarde.
Naäman was een succesvol een aanzienlijk man. Had een hoge plaats in het leger. Maar werd ongeneeslijk ziek. Naäman was egoïstisch en ik-gericht.
Maar dan, dat ene meisje, uit Israel, dat getuigt van God. En Naäman krijgt hier notie van en gaat naar de Koning van Syrië. Stelt een plan op en gaat op zoek naar deze God
'Een dopeling belijdt dat hij/zij aangetast is door zonde. Je erkent dat je zondig bent'
Naäman gaat op weg. Hij gaat naar de koning van Israel. En vervolgens naar Elisa , de profeet. En hij zoekt hem als een man van positie (met geschenken en goud). Hieruit blijkt dat hij het in eigen hand wil houden: 'het zelf willen doen'. Trots. Naäman staat er als een generaal.
Elisa, de profeet stuurt een bode. Een knecht naar de voorname Naäman. Met de boodschap om zich te wassen in de rivier de Jordaan.
Naäman is woedend en verbouwereerd. Hij snapt niet dat hij in die vieze rivier moet wassen. Dat kan toch ook in Syrië? Dit is voor Naämanvernederend. Hij sluit zichzelf op in woede. Wat is er nodig om te buigen voor God?
'Wij moeten erkennen dat Hij God is. Niet op onze voorwaarden. Maar Zijn voorwaarden'
'De doop is een beeld dat je jezelf vertrouwt aan God. Je laat zien dat je gelooft. Dat je op God vertrouwt en ook het werk van Jezus Christus. Je vertrouwt jezelf toe aan de Here. Maar je vertrouwt ook op Gods voorwaarden'
De dienaren van Naäman benadrukken de opdracht die Elisa had gegeven. Zijn naasten bemoedigen hem. Dat mag je als Christen ook doen. Mede gelovigen vragen je te helpen.
En Naäman luistert. Hij doet zijn leger harnas af. Het is vernederend. Vergelijkbaar met de witte kleren die je aandoet met de doop. Ten overstaande van iedereen. Niet in je mooie kleren. Maar je vertrouwt op Hem! Je wordt gedoopt en je mag opstaan, schoon, gereinigd, in een nieuw leven, een nieuwe schepping.
Een dopeling is ook iemand die zich daarna wijdt aan God. Omdat je dankbaar bent. Dat deed Naäman ook. Hij is veranderd. Gaat nu wel het huis van Elisa naar binnen. En doet en belijdenis dat de God van Israel zijn God is en Hem wil dienen en toewijden!
Toewijding: je wil je elke dag aan Hem geven. In je leven, je werk, je sport, je gezin.
Het zal best met vallen en opstaan gaan. Maar je zult opstaan! Je wijdt je elke keer opnieuw aan Hem!